dinsdag 13 december 2011

1 december 2011

In het pakhuis aangekomen, markeert Ludovic de plek van aankomst met een stuk krijt, zodat de avonturiers een volgende keer weer kunnen vertrekken vanaf dit punt.  De avonturiers en Umar verlaten het pakhuis en komen aan op de kades van de handelsstad Libera.
Ze begeven zich naar het stadscentrum en stappen daar herberg “De Klinkende Munt” binnen. Het blijkt een etablissement van enig niveau dat vol met kooplieden zit. Wanneer de waard merkt dat Brocéliande een lier meedraagt, vraagt hij haar een stukje te musiceren. Dat doet ze zo goed dat hij de avonturiers gratis kamers aanbiedt op voorwaarde dat Brocéliande die avond wil optreden. Daar stemt ze meteen mee in. Umar sluit zich inmiddels verblijd aan bij de onderhandelende kooplieden.
In de gelagkamer treffen ze een militair die somber aan de bar zit: luitenant Wessel. Hij moet een wapentransport uit dwergengebied begeleiden naar Sardal. Ze zijn goed en wel tot Libera gekomen, het verplichte omslagpunt voor de handel, maar van hieraf weigeren de dwergen – de meestersmid en zijn gevolg die met de wapens zijn meegekomen om hun betaling te ontvangen – om onduidelijke redenen om nog verder te gaan over zee. De weg over land is echter zeer gevaarlijk: er trekken goblinbendes rond, en luitenant Wessel heeft niet de financiën om wachters in te huren.
Ludovic voelt zich ogenblikkelijk geroepen om deze landgenoot bij te staan en zegt zijn bescherming toe. De rest laat zich met verschillende gradaties van enthousiasme overhalen eens ze begrijpen dat aan het eind van de reis een beloning wacht, en dat de wapens bestemd zijn voor de koning zelf.
Een bijkomende kwestie is dat de dwergen momenteel onvindbaar blijken: ze zijn weggestormd op zoek naar een ‘fatsoenlijke herberg’. Sturdle, specialist ter zake, belooft dat hij ze wel zal weten te lokaliseren.
De avonturiers vertrekken om enige inkopen te gaan doen, maar zijn nog maar amper op pad, wanneer een jonge vrouw totaal overstuur uit een steegje komt gerend. Ze vertelt paniekerig dat haar man daar is neergeslagen door een bandiet. Lyra beschouwt dit als de oudste truc ter wereld, Ludovic daarentegen ziet een medemens in nood die geholpen moet worden. De vrouw is zo overtuigend dat ook Lyra en Brocéliande hun aanvankelijke scepticisme aan de kant zetten, en de groep loopt het steegje in. Daar worden ze echter voor ze het weten op de nek gesprongen door een troepje schurken. Ook de ‘neergeslagen’ man veert wonderbaarlijk genezen weer overeind. Het schorriemorrie is echter geen partij voor de avonturiers, die er korte metten mee maken. Wanneer de last man standing door een magic missile is geveld, neemt Sturdle nog even de moeite om de enige overlevende te vragen of hier iets persoonlijks mee gemoeid was. Wanneer dat niet het geval blijkt, maakt een stevige hamerslag een definitief einde aan dit intermezzo.
De rest van de dag wordt gevuld met shoppen: een bezoekje aan de wapensmid en “De Toverketel” laat de avonturiers met een lichtere beurs maar goed voorzien terugkeren. Voor Ludovic is een nieuw harnas besteld, Sturdle heeft zijn wapenarsenaal uitgebreid en de nodige magische componenten zijn aangekocht.
Op aandringen van Brocéliande wordt ook een bezoekje aan de paardenmarkt gebracht die net die dag plaatsvindt. Ook hier heeft de groep succes: twee zwarte strijdrossen, luisterend naar de namen Donder en Bliksem wisselen van eigenaar, zodat respectievelijk Ludovic en Lyra voorzien zijn. Een witte merrie genaamd Sneeuw trekt de aandacht van Brocéliande, en ook voor Sturdle blijkt de verkoper een passend rijdier achter de hand te hebben: een woest uitziende strijdhond die door Sturdle Kroesjnoetsj gedoopt wordt.
In de tempel van Olidammara (de god van de dieven) doet Ludovic het verzoek de bibliotheek te mogen inzien. De ‘donatie’ die daar tegenover staat is echter torenhoog, dus hij houdt het zakelijk bij de aankoop van een scroll.
Sturdle stapt trefzeker herberg “Het Goede Leven” binnen – een heel wat minder hoogstaande uitspanning. De avonturiers bestellen een kroes bier en bestuderen onopvallend de gasten. Sturdle herkent in het midden van een groepje dwergen ineens Haldor, de meestersmid van Gramdall. Hij sputtert iets over ‘commercieel’ en ‘snobistisch’ en ‘mijn arme meester’ en beent grimmig op het groepje af. Hij spreekt Haldor in het Dwergs aan, en Brocéliande, die niet weet  wat er te gebeuren staat, gebruikt een toverspreuk om het gesprek te kunnen volgen. Sturdle beledigt Haldor eerst met de traditioneel zwaarst mogelijke belediging voor een Dwerg, en doet er dan nog een schepje bovenop door te beweren dat hij Haldor zo onder tafel zou kunnen drinken. De avonturiers zien met gemengde gevoelens aan hoe Sturdle ruim 15 kroezen bier achterover slaat en zowaar de meestersmid onder tafel drinkt.
Omdat uit hem allicht geen zinnig woord meer te krijgen valt, wendt Lyra zich tot een vrouwelijke dwerg die er zorgelijk bijzit. Zij blijkt Helga, de dochter van de meestersmid, en ze vertelt Lyra dat de dwergen allemaal van slag zijn door nieuws dat hen bereikt had toen ze in Libera aankwamen. Gramdall blijkt tijdens hun afwezigheid vernietigd te zijn, zodat ze nu thuisloos zijn. De dwergen, die onder normale omstandigheden al niet van schepen houden, zien het nu al helemaal niet meer zitten om over zee te reizen. Volgens hun geloof is het in roerige tijden niet heilzaam en zelfs gevaarlijk om beide voeten niet op de vaste grond te houden. Er is dus absoluut geen enkele manier waarop ze te overhalen zijn over zee te gaan. Helga voelt zich gerustgesteld door de verzekering dat de avonturiers hebben toegezegd het transport te begeleiden en ze spreken een ontmoetingsplek en dag af.

Dag 20 (donderdag 10 april)

De volgende dag blijkt het optreden van Brocéliande een dusdanig groot succes geweest dat de waard aanbiedt om de getroffen regeling verder te zetten. Hij heeft ook een brief voor haar die door een bewonderaarster is afgegeven. Brocéliande leest de brief en de anderen zien haar merkbaar schrikken. Ze is zo van slag dat ze de brief niet eens kan voorlezen maar gewoon doorgeeft. Die blijkt een nogal obsessieve boodschap te bevatten over het samenhoren “van A en B”.
Na enig aandringen vertelt ze dat precies deze stalkster haar had doen besluiten om haar geboortegebied te verlaten: voor die dag leefde en studeerde ze vreedzaam in het elfendorp Pimpona. Haar leven veranderde toen ze een concert ten beste gaf in een nabijgelegen mensenstad: vanaf die dag werd ze bestookt met brieven en cadeautjes die steeds enger werden. Brocéliande ontvluchtte uiteindelijk haar geboortestreek, en werd niet lang daarna door Calen op het eiland gedropt, wat haar niet echt slecht uitkwam: daar was ze tenminste veilig voor haar ongewenste aanbidster.
Nadat het gelach verstomd is, besluit de rest van de groep dat hier actie ondernomen moet worden. Na enig overleg komen ze tot het plan om de volgende dag na het optreden een afspraakje met Brocéliande te veilen: zonder enige twijfel zal haar stalkster zich wel geroepen voelen hierop in te gaan. Brocéliande stemt schoorvoetend in met dit plan.
Na het ontbijt splitst de groep zich op: Lyra begeeft zich naar haar kamer om de rituelen van een dag en een nacht te beginnen waardoor de havik die ze eerder had gered, haar familiar zal worden. Brocéliande trekt met de drakenbotten naar een instrumentenbouwer om te vragen of hij daar een lier van kan bouwen.
Ludovic is nog steeds geschokt door zijn belevenissen in de steeg en de tempel van Olidammara, en is niet af te brengen van het plan om hierover te gaan praten met de autoriteiten. Sturdle is ervan overtuigd dat hierbij wel wat te beleven zal zijn en vergezelt hem. Enige navraag leert hen dat ze bij de hoger gelegen burcht moeten zijn, en ze gaan op pad.
Wanneer Ludovic bij de burcht om een audiëntie verzoekt, wordt hij afgewimpeld door de wachter. Sturdle neemt daarop het voortouw en maant de wachter aan om ‘Heer Ludovic’ niet te laten wachten. De wachter valt niet te overtuigen en de twee druipen teleurgesteld af. Ze versagen evenwel nog niet en smeden een volgend plan: Ludovic marcheert weer naar de poort, nu echter geflankeerd door een geboeide Sturdle, die hij voorstelt als een gevaarlijk misdadiger. De wachter herkent het duo echter in een oogopslag en is niet onder de indruk van de vertoning. Hij dreigt hen allebei de kerker in te gooien, zodat ze onverrichterzake terugkeren. Ze nemen inmiddels wel de gelegenheid te baat om her en der reclame te maken voor de veiling van het afspraakje met Brocéliande.
In de herberg is Brocéliande inmiddels tevreden teruggekeerd: haar lier van drakenbeenderen zal gebouwd worden en wordt haar nagestuurd naar Sardal. Ze besluit Sturdle te vergezellen die wat wil gaan bijpraten met de dwergen.
Ludovic is inmiddels koppig van plan om toch iémand te interesseren voor de misstanden in de stad en gaat op zoek naar de tempel van Pelor, de zonnegod, in de buitenwijken van de stad. Hoewel de priesters aldaar hem gelijk geven, verkiezen zij toch om de wereld te veranderen door de kracht van het goede voorbeeld. Ludovic is hiermee niet geheel tevreden, maar is wel verheugd over het feit dat hij een middagje in de bibliotheek mag grasduinen.
Sturdle wordt inmiddels amicaal onthaald door de dwergen: hij heeft gisteren wel bewezen dat hij één van hen is. Ze zetten het onmiddellijk weer op een drinken. Brocéliande die het inmiddels bij een wijntje houdt, ziet het allemaal met enige zorgelijkheid aan. Ze kan zich dan ook net op tijd met een elegante sprong achter de bar verschansen wanneer Sturdle uit het niets besluit om iemand een dreun te verkopen en er, zoals dat nu eenmaal gaat, een gigantisch kroeggevecht ontstaat. Het meubilair vliegt al gauw door de kamer en Brocéliande hoort naast zich de herbergier binnensmonds vloeken.
Wanneer het stof weer is opgetrokken, zijn Sturdle en de dwergen dikke vrienden. De verontwaardigde herbergier wordt gekalmeerd door Sturdle die hem met een groots gebaar het vorstelijke bedrag van twintig goudstukken in de hand stopt. De man klaart er behoorlijk van op en nodigt Sturdle uit om vooral de rest van de tijd dat hij in de stad is, zijn herberg te blijven bezoeken om gratis te drinken. Behoorlijk aangeschoten laat Sturdle de herbergier nog beloven dat ze wanneer hij eenmaal vertrokken is, nog brieven zullen uitwisselen, voor Brocéliande hem veiligheidshalve met zachte maar kordate hand de herberg uit begeleidt: het is alweer bijna tijd voor haar volgende optreden.

XP
1,200 XP (300 XP per persoon)

Treasure
Jade (verkocht)
Red spinel (verkocht)
Tourmaline (verkocht)
Emerald (verkocht)
Scale mail armor (verkocht)
Chain shirt (verkocht)
Half-plate armor (verkocht)
Green dragon hide (verkocht)
Tanglefoot bag (gekocht)
Incense (gekocht)
Diamond dust (gekocht)
Potion of hide from undead (geïdentificeerd)
Potion of neutralize poison (geïdentificeerd)
Familiar ritual components (gekocht)
2 scrolls of shocking grasp (gekocht)
Scroll of dispel magic (gekocht)
Masterwork full plate armor (gekocht)
Masterwork spiked banded mail (gekocht)
Longspear (gekocht)
Masterwork handaxe (gekocht)
40 normal arrows (gekocht)
30 crossbow bolts (gekocht)
Manacles (average lock) (gekocht)
Heavy warhorse (gekocht)
Light warhorse (gekocht)
Light horse (gekocht)
Riding dog (gekocht)
4 military saddles (gekocht)
4 bits and bridles (gekocht)
4 saddlebags (gekocht)
Feed (gekocht)

Tekst: Petra Doom

Geen opmerkingen:

Een reactie posten