zaterdag 31 december 2011

27 december 2011

Het plan om Brocéliandes stalkster op het spoor te komen, wordt veranderd. Het plan is om een ‘Brunch met Brocé’ weg te geven aan diegene die het leukste tekstje weet neer te pennen. Zo kan het handschrift vergeleken worden met het briefje dat Brocéliande eerder kreeg.
Die avond geeft Brocéliande het beste van zichzelf en het publiek dat is komen opdagen, weet het optreden te appreciëren. Sturdle werpt zich op als bodyguard en Ludovic biedt zich vrijwillig aan als manager. Hij kondigt de wedstrijd af die de volgende dag zal plaatsvinden. Jammer dat Lyra het optreden moet missen, want haar ritueel is pas morgenvroeg afgerond.

Dag 21 (vrijdag 11 april)

Die ochtend na het ontbijt, kan Sturdle zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen, en gaat een kijkje nemen in de kamer van Lyra. Sturdle kan nog maar net wegduiken als Lyra de laatste bezwering uitspreekt. Met een sierlijke vlucht landt haar havik op haar arm, een hechte band is gesmeed. Met Aria op de arm stapt ze de verbouwereerde Sturdle voorbij en gaat snel ook iets eten. Maar het ritueel heeft haar uitgeput, en ze kruipt snel terug in bed. Opgetogen met het plan gaat Brocéliande haar optreden voorbereiden. Want deze keer word het een hele show waarbij ze haar zang zal begeleiden met de lier.
Ondertussen doen Ludovic en Sturdle een ronde door de stad. In het arme buitengedeelte steekt Ludovic een preek af. Hij probeert de inwoners te overtuigen van de meerwaarde die St. Cuthbert hen kan bieden. Enkelen luisteren geïnteresseerd, maar daar blijft het bij. Ze doen nog enkele inkopen om het kamperen in de wildernis aangenamer te maken, en Ludovic, die de tent met Sturdle zal delen, dringt aan om ook een emmer en een stuk zeep aan te schaffen.
Die avond is het de grote show. En alle middelen worden ingezet. De gelagzaal zit vol en Sturdle heeft zijn werk om vanuit zijn minder hoge positie de zaal te overzien. Ludovic kondigt het optreden aan en Brocéliande vult de zaal met al haar luister. En dan zet ze de finale in, gesteund door een spreuk van Ludovic, en met Lyra die enkele pyrotechnische effecten verzorgd, wordt haar performance een knaller.
Sturdle haalt de briefjes op en in een achterkamer worden de handschriften vergeleken. Er zit geen enkele match tussen, maar de dienstmeid viel op door haar meer dan gewone interesse. Sturdle weet een bierviltje met een bestelling te scoren, en het handschrift zou dezelfde kunnen zijn. Met een smoes weet hij haar tot in de achterkamer te lokken, en de meid maakt zich meteen verdacht door haar naam Anna die ook het een A begin. Maar al snel blijkt dat ze de verkeerde te pakken hebben, want Anna kan niet schrijven.
Er zit Brocéliande niets anders op dan een keurige heer uit te kiezen uit alle briefjes waar geen oneerbare voorstellen opstaan. Heer T. Wallis blijkt de gelukkige, en ze spreken af om de volgende dag in ‘De Klinkende Munt’ een brunch te houden.

Dag 22 (zaterdag 12 april)

Brocéliande ontvangt van de waard opnieuw een bericht, en ze herkent het onmiddelijk als van haar stalkster afkomstig! Ze weten dat hun plannetje mislukt is, en deze brief is er de bevestiging van. Ze leest het briefje voor aan haar vrienden:

"Je optreden was weer uitmuntend, maar het is wel duidelijk dat je nog veel over me te leren hebt. Dacht je nu werkelijk dat je me in de val kon doen lopen, dat ik mezelf zo gemakkelijk zou blootgeven? Ik weet dat wij voor elkaar bestemd zijn, Brocéliande, maar ik weet ook dat jij er nog niet klaar voor bent om me te ontmoeten. Je hebt tijd nodig om aan mijn aanwezigheid in je leven te wennen, en die tijd geef ik je..."

Lyra geeft haar een bemoedigend schouderklopje en troost haar met de gedachte dat ze morgen toch vertrekken uit deze stad. Maar eerst de brunch...
De dames blijven in de herberg terwijl de heren nogmaals de stad in trekken. Ludovic haalt zijn nieuwe harnas op dat op zijn maat gemaakt is, en ook Sturdle pronkt met een nieuwe borstplaat. Sturdle hoort de meestersmid nog eens uit, want zijn vertrouwen is niet al te groot. Het meesterschap van de smid blijkt ingegeven door Moradin zelve, waar ook Sturdle groot respect voor heeft. Ze komen kapitein Wessel tegen, die hun de precieze plaats van afspraak meedeelt.
Met hun nieuwe uitrusting gaat Ludovic weer wat preken. Deze keer binnen de stadsmuren, in een armer deel. Zijn betoog heeft al wat meer succes, bijgestaan door Sturdle die ondertussen de zinnen al kan afmaken. Enkelen zijn zelfs zo geboeid dat ze naderhand wat meer uitleg komen vragen. Ludovic spreekt af om hen morgen nog snel te woord te staan voor ze vertrekken.
Intussen is Brocéliande in gesprek verwikkeld met de winnaar. Maar de heer T. Wallis moet het gesprek jammer genoeg af en toe onderbreken. Zijn vertering lijkt hem parten te spelen, en in grote schaamte knijpt hij er tussen uit. De brunch loopt met een sisser af, maar de pientere Brocéliande verzamelt snel wat voedsel en drank om te laten analyseren door Ludovic. Ook Lyra die het hele gesprek afluisterde heeft niet veel boodschap aan dit heerschap.
De vier vrienden genieten nog van hun laatste namiddag in de stad, en maken zich klaar om de volgende dag te vertrekken met de karavaan.

Dag 23 (zondag 13 april)

Ludovic muist er nog snel vantussen om zijn contacten aan te halen met de geïnteresseerde luisteraars om zich nadien snel weer bij de groep te voegen. Het zonnetje staat nog laag als de karavaan zich op gang trekt. De jongens rijden voorop en zien in alle rust het glooiende landschap voorbij trekken. Ludovic probeert van dit moment gebruik te maken om op Sturdle in te spreken zijn chaotische kant wat meer om te buigen naar wat meer orde en structuur. St. Cuthbert kan daarbij helpen! Maar Sturdle is nog niet overtuigd van de sterkte van de godheid, en maakt zich voornamelijk zorgen of hij meer schedels te pakken krijgt.
De meisjes rijden achteraan en bespreken al lachend de mislukte brunch van de dag ervoor. Zo lelijk was die koopman nu ook weer niet blijkbaar. Maar dan brengt de havik van Lyra nieuws. De havik vloog wat voor de karavaan uit en zag enkele figuren de weg blokkeren. Snel brengen ze kapitein Wessel op de hoogte, en die vraagt hen om met vier eens een kijkje te gaan nemen. Ze legt de situatie uit aan de jongens en met een omtrekkende beweging krijgen ze al snel in het oog wat er gaande is. Een negental goblins hebben een eenzame reiziger omsingeld.
Sturdle aarzelt geen minuut en drijft zijn rijhond in de richting van de goblins. Jammer genoeg wil de hond de sprong niet maken, waardoor hij op zijn passen terug moet komen. Lyra schakelt snel enkele goblins uit, en ook Brocéliande doet mee. Sturdle ment zijn hond en
doet hem stoppen vlak voor een goblin. Hij maakt gebruik van de vaart om over het hoofd van de hond uit het zadel te springen, in de lucht zijn wapens te grijpen, en de goblin voor hem dodelijk te verwonden. Ludovic geeft zijn paard de sporen, en valt de achterhoede van de goblins aan. Die lafaards groeperen zich per drie, en Ludovic maakt er handig gebruik van. Hij lanceert een oorverdovende knal tussen hen in, en met bloedende oren vluchten ze weg. De laatste overblijvers kiezen ook het hazepad. De reiziger, die zich voorstelt als Vito de marskramer, bedankt hen en neemt het aanbod om verder te reizen met de karavaan in dank aan. De rest van de dag verloopt zonder incidenten en als het duister valt, zetten ze hun kamp neer.


XP
900 XP (225 XP per persoon)

Treasure
5 tindertwigs (gekocht)
10 candles (gekocht)
Bucket (gekocht)
Crowbar (gekocht)
Five day's firewood (gekocht)
10 foot ladder (gekocht)
Twenty day's trail rations (gekocht)
Soap (gekocht)
2 tents (gekocht)
Shovel (gekocht)
Iron pot (gekocht)

Tekst: Mattias Dooreman

dinsdag 13 december 2011

1 december 2011

In het pakhuis aangekomen, markeert Ludovic de plek van aankomst met een stuk krijt, zodat de avonturiers een volgende keer weer kunnen vertrekken vanaf dit punt.  De avonturiers en Umar verlaten het pakhuis en komen aan op de kades van de handelsstad Libera.
Ze begeven zich naar het stadscentrum en stappen daar herberg “De Klinkende Munt” binnen. Het blijkt een etablissement van enig niveau dat vol met kooplieden zit. Wanneer de waard merkt dat Brocéliande een lier meedraagt, vraagt hij haar een stukje te musiceren. Dat doet ze zo goed dat hij de avonturiers gratis kamers aanbiedt op voorwaarde dat Brocéliande die avond wil optreden. Daar stemt ze meteen mee in. Umar sluit zich inmiddels verblijd aan bij de onderhandelende kooplieden.
In de gelagkamer treffen ze een militair die somber aan de bar zit: luitenant Wessel. Hij moet een wapentransport uit dwergengebied begeleiden naar Sardal. Ze zijn goed en wel tot Libera gekomen, het verplichte omslagpunt voor de handel, maar van hieraf weigeren de dwergen – de meestersmid en zijn gevolg die met de wapens zijn meegekomen om hun betaling te ontvangen – om onduidelijke redenen om nog verder te gaan over zee. De weg over land is echter zeer gevaarlijk: er trekken goblinbendes rond, en luitenant Wessel heeft niet de financiën om wachters in te huren.
Ludovic voelt zich ogenblikkelijk geroepen om deze landgenoot bij te staan en zegt zijn bescherming toe. De rest laat zich met verschillende gradaties van enthousiasme overhalen eens ze begrijpen dat aan het eind van de reis een beloning wacht, en dat de wapens bestemd zijn voor de koning zelf.
Een bijkomende kwestie is dat de dwergen momenteel onvindbaar blijken: ze zijn weggestormd op zoek naar een ‘fatsoenlijke herberg’. Sturdle, specialist ter zake, belooft dat hij ze wel zal weten te lokaliseren.
De avonturiers vertrekken om enige inkopen te gaan doen, maar zijn nog maar amper op pad, wanneer een jonge vrouw totaal overstuur uit een steegje komt gerend. Ze vertelt paniekerig dat haar man daar is neergeslagen door een bandiet. Lyra beschouwt dit als de oudste truc ter wereld, Ludovic daarentegen ziet een medemens in nood die geholpen moet worden. De vrouw is zo overtuigend dat ook Lyra en Brocéliande hun aanvankelijke scepticisme aan de kant zetten, en de groep loopt het steegje in. Daar worden ze echter voor ze het weten op de nek gesprongen door een troepje schurken. Ook de ‘neergeslagen’ man veert wonderbaarlijk genezen weer overeind. Het schorriemorrie is echter geen partij voor de avonturiers, die er korte metten mee maken. Wanneer de last man standing door een magic missile is geveld, neemt Sturdle nog even de moeite om de enige overlevende te vragen of hier iets persoonlijks mee gemoeid was. Wanneer dat niet het geval blijkt, maakt een stevige hamerslag een definitief einde aan dit intermezzo.
De rest van de dag wordt gevuld met shoppen: een bezoekje aan de wapensmid en “De Toverketel” laat de avonturiers met een lichtere beurs maar goed voorzien terugkeren. Voor Ludovic is een nieuw harnas besteld, Sturdle heeft zijn wapenarsenaal uitgebreid en de nodige magische componenten zijn aangekocht.
Op aandringen van Brocéliande wordt ook een bezoekje aan de paardenmarkt gebracht die net die dag plaatsvindt. Ook hier heeft de groep succes: twee zwarte strijdrossen, luisterend naar de namen Donder en Bliksem wisselen van eigenaar, zodat respectievelijk Ludovic en Lyra voorzien zijn. Een witte merrie genaamd Sneeuw trekt de aandacht van Brocéliande, en ook voor Sturdle blijkt de verkoper een passend rijdier achter de hand te hebben: een woest uitziende strijdhond die door Sturdle Kroesjnoetsj gedoopt wordt.
In de tempel van Olidammara (de god van de dieven) doet Ludovic het verzoek de bibliotheek te mogen inzien. De ‘donatie’ die daar tegenover staat is echter torenhoog, dus hij houdt het zakelijk bij de aankoop van een scroll.
Sturdle stapt trefzeker herberg “Het Goede Leven” binnen – een heel wat minder hoogstaande uitspanning. De avonturiers bestellen een kroes bier en bestuderen onopvallend de gasten. Sturdle herkent in het midden van een groepje dwergen ineens Haldor, de meestersmid van Gramdall. Hij sputtert iets over ‘commercieel’ en ‘snobistisch’ en ‘mijn arme meester’ en beent grimmig op het groepje af. Hij spreekt Haldor in het Dwergs aan, en Brocéliande, die niet weet  wat er te gebeuren staat, gebruikt een toverspreuk om het gesprek te kunnen volgen. Sturdle beledigt Haldor eerst met de traditioneel zwaarst mogelijke belediging voor een Dwerg, en doet er dan nog een schepje bovenop door te beweren dat hij Haldor zo onder tafel zou kunnen drinken. De avonturiers zien met gemengde gevoelens aan hoe Sturdle ruim 15 kroezen bier achterover slaat en zowaar de meestersmid onder tafel drinkt.
Omdat uit hem allicht geen zinnig woord meer te krijgen valt, wendt Lyra zich tot een vrouwelijke dwerg die er zorgelijk bijzit. Zij blijkt Helga, de dochter van de meestersmid, en ze vertelt Lyra dat de dwergen allemaal van slag zijn door nieuws dat hen bereikt had toen ze in Libera aankwamen. Gramdall blijkt tijdens hun afwezigheid vernietigd te zijn, zodat ze nu thuisloos zijn. De dwergen, die onder normale omstandigheden al niet van schepen houden, zien het nu al helemaal niet meer zitten om over zee te reizen. Volgens hun geloof is het in roerige tijden niet heilzaam en zelfs gevaarlijk om beide voeten niet op de vaste grond te houden. Er is dus absoluut geen enkele manier waarop ze te overhalen zijn over zee te gaan. Helga voelt zich gerustgesteld door de verzekering dat de avonturiers hebben toegezegd het transport te begeleiden en ze spreken een ontmoetingsplek en dag af.

Dag 20 (donderdag 10 april)

De volgende dag blijkt het optreden van Brocéliande een dusdanig groot succes geweest dat de waard aanbiedt om de getroffen regeling verder te zetten. Hij heeft ook een brief voor haar die door een bewonderaarster is afgegeven. Brocéliande leest de brief en de anderen zien haar merkbaar schrikken. Ze is zo van slag dat ze de brief niet eens kan voorlezen maar gewoon doorgeeft. Die blijkt een nogal obsessieve boodschap te bevatten over het samenhoren “van A en B”.
Na enig aandringen vertelt ze dat precies deze stalkster haar had doen besluiten om haar geboortegebied te verlaten: voor die dag leefde en studeerde ze vreedzaam in het elfendorp Pimpona. Haar leven veranderde toen ze een concert ten beste gaf in een nabijgelegen mensenstad: vanaf die dag werd ze bestookt met brieven en cadeautjes die steeds enger werden. Brocéliande ontvluchtte uiteindelijk haar geboortestreek, en werd niet lang daarna door Calen op het eiland gedropt, wat haar niet echt slecht uitkwam: daar was ze tenminste veilig voor haar ongewenste aanbidster.
Nadat het gelach verstomd is, besluit de rest van de groep dat hier actie ondernomen moet worden. Na enig overleg komen ze tot het plan om de volgende dag na het optreden een afspraakje met Brocéliande te veilen: zonder enige twijfel zal haar stalkster zich wel geroepen voelen hierop in te gaan. Brocéliande stemt schoorvoetend in met dit plan.
Na het ontbijt splitst de groep zich op: Lyra begeeft zich naar haar kamer om de rituelen van een dag en een nacht te beginnen waardoor de havik die ze eerder had gered, haar familiar zal worden. Brocéliande trekt met de drakenbotten naar een instrumentenbouwer om te vragen of hij daar een lier van kan bouwen.
Ludovic is nog steeds geschokt door zijn belevenissen in de steeg en de tempel van Olidammara, en is niet af te brengen van het plan om hierover te gaan praten met de autoriteiten. Sturdle is ervan overtuigd dat hierbij wel wat te beleven zal zijn en vergezelt hem. Enige navraag leert hen dat ze bij de hoger gelegen burcht moeten zijn, en ze gaan op pad.
Wanneer Ludovic bij de burcht om een audiëntie verzoekt, wordt hij afgewimpeld door de wachter. Sturdle neemt daarop het voortouw en maant de wachter aan om ‘Heer Ludovic’ niet te laten wachten. De wachter valt niet te overtuigen en de twee druipen teleurgesteld af. Ze versagen evenwel nog niet en smeden een volgend plan: Ludovic marcheert weer naar de poort, nu echter geflankeerd door een geboeide Sturdle, die hij voorstelt als een gevaarlijk misdadiger. De wachter herkent het duo echter in een oogopslag en is niet onder de indruk van de vertoning. Hij dreigt hen allebei de kerker in te gooien, zodat ze onverrichterzake terugkeren. Ze nemen inmiddels wel de gelegenheid te baat om her en der reclame te maken voor de veiling van het afspraakje met Brocéliande.
In de herberg is Brocéliande inmiddels tevreden teruggekeerd: haar lier van drakenbeenderen zal gebouwd worden en wordt haar nagestuurd naar Sardal. Ze besluit Sturdle te vergezellen die wat wil gaan bijpraten met de dwergen.
Ludovic is inmiddels koppig van plan om toch iémand te interesseren voor de misstanden in de stad en gaat op zoek naar de tempel van Pelor, de zonnegod, in de buitenwijken van de stad. Hoewel de priesters aldaar hem gelijk geven, verkiezen zij toch om de wereld te veranderen door de kracht van het goede voorbeeld. Ludovic is hiermee niet geheel tevreden, maar is wel verheugd over het feit dat hij een middagje in de bibliotheek mag grasduinen.
Sturdle wordt inmiddels amicaal onthaald door de dwergen: hij heeft gisteren wel bewezen dat hij één van hen is. Ze zetten het onmiddellijk weer op een drinken. Brocéliande die het inmiddels bij een wijntje houdt, ziet het allemaal met enige zorgelijkheid aan. Ze kan zich dan ook net op tijd met een elegante sprong achter de bar verschansen wanneer Sturdle uit het niets besluit om iemand een dreun te verkopen en er, zoals dat nu eenmaal gaat, een gigantisch kroeggevecht ontstaat. Het meubilair vliegt al gauw door de kamer en Brocéliande hoort naast zich de herbergier binnensmonds vloeken.
Wanneer het stof weer is opgetrokken, zijn Sturdle en de dwergen dikke vrienden. De verontwaardigde herbergier wordt gekalmeerd door Sturdle die hem met een groots gebaar het vorstelijke bedrag van twintig goudstukken in de hand stopt. De man klaart er behoorlijk van op en nodigt Sturdle uit om vooral de rest van de tijd dat hij in de stad is, zijn herberg te blijven bezoeken om gratis te drinken. Behoorlijk aangeschoten laat Sturdle de herbergier nog beloven dat ze wanneer hij eenmaal vertrokken is, nog brieven zullen uitwisselen, voor Brocéliande hem veiligheidshalve met zachte maar kordate hand de herberg uit begeleidt: het is alweer bijna tijd voor haar volgende optreden.

XP
1,200 XP (300 XP per persoon)

Treasure
Jade (verkocht)
Red spinel (verkocht)
Tourmaline (verkocht)
Emerald (verkocht)
Scale mail armor (verkocht)
Chain shirt (verkocht)
Half-plate armor (verkocht)
Green dragon hide (verkocht)
Tanglefoot bag (gekocht)
Incense (gekocht)
Diamond dust (gekocht)
Potion of hide from undead (geïdentificeerd)
Potion of neutralize poison (geïdentificeerd)
Familiar ritual components (gekocht)
2 scrolls of shocking grasp (gekocht)
Scroll of dispel magic (gekocht)
Masterwork full plate armor (gekocht)
Masterwork spiked banded mail (gekocht)
Longspear (gekocht)
Masterwork handaxe (gekocht)
40 normal arrows (gekocht)
30 crossbow bolts (gekocht)
Manacles (average lock) (gekocht)
Heavy warhorse (gekocht)
Light warhorse (gekocht)
Light horse (gekocht)
Riding dog (gekocht)
4 military saddles (gekocht)
4 bits and bridles (gekocht)
4 saddlebags (gekocht)
Feed (gekocht)

Tekst: Petra Doom

maandag 21 november 2011

Originea

De kaart hieronder vertegenwoordigt jullie gecombineerde geografische kennis van het continent Originea. Alle plaatsen die jullie in jullie achtergrondverhalen hebben genoemd, zijn erin opgenomen, evenals jullie volgende reisdoel. Ik zal de kaart regelmatig updaten naarmate jullie meer en meer van Originea verkennen...

15 november 2011

Dag 20 (woensdag 9 april)

Als er de volgende ochtend nog niets in gebeurd, besluiten de avonturiers om zich samen naar de derde verdieping van de toren de teleporteren om Calen een lesje te leren. Brocéliande merkt Calen als eerste op. Calen weet zichzelf onzichtbaar te maken, maar wanneer hij tracht weg te sluipen, horen de avonturiers in welke richting hij sluipt. Ludovic roept een bloedhond op om Calen per geur op te sporen, en al snel weet de hele groep waar Calen zich verborgen houdt. Brocéliande wendt haar magie aan om Calen over de grond te doen rollen van het lachen, en niet veel later zit Calen zo als een rat in de val dat hij zichzelf weer zichtbaar maakt en om genade smeekt.
De avonturiers sparen Calens leven, maar eisen een verklaring voor zijn daden. Calen legt uit dat hij de artefacten, die in werkelijkheid geen artefacten zijn, in handen wilde krijgen om de werking ervan te achterhalen. Op die manier wilde hij zich tegenover zijn vader bewijzen, die hem altijd als een mislukkeling heeft beschouwd. Omdat hij zelf niet bij machte was om de monsters te verslaan die de magische voorwerpen bewaakten, haalde hij de avonturiers naar het eiland en bedacht hij een list om hen voor zijn karretje te spannen.
Als de avonturiers Calen naar de vrouw in de kerker vragen, lijkt Calen met stomheid geslagen. Sturdle teleporteert zich naar de hal van de toren, neemt de priesteres van het altaar en draagt haar mee naar boven. Calen heeft de vrouw nog nooit eerder gezien, maar wanneer Ludovic goed kijkt, ziet hij uiterlijke overeenkomsten tussen de vrouw en Calen.
De avonturiers zoeken tussen de restanten van de klok en vinden een stukje geslepen amber. Als ze het stukje amber in de oogholte van de slangenhalsband rond de nek van de priesteres plaatsen, komt de halsband los en ontwaakt de vrouw.
Een heugelijke hereniging tussen moeder en zoon, die door de toestand waarin de vrouw heeft verkeerd nog geen tien jaar in leeftijd verschillen, volgt. Daarna vertelt de priesteres, Dara geheten, dat de vader van Calen, een machtige tovenaar genaamd Ilmen Myirphathras, haar achtentwintig jaar geleden de halsband heeft omgedaan nadat zij zich tegen zijn plannen had verzet. De vier magische voorwerpen, vertelt ze, zijn een imitatie van de stukken van een machtig artefact dat in het begin der tijden door een god werd gebruikt om de wereld te scheppen. Ilmen wenst de stukken van het artefact te verzamelen en deze te gebruiken om de wereld te herscheppen en naar zijn hand te zetten.
Lyra schrikt bij het horen van de naam Myirphathras. Het is de naam van de familie van de vader die zij nooit gekend heeft, en na alles wat Dara over Ilmen heeft verteld, kan ze met zekerheid zeggen dat hij haar vader is. Als Dara de avonturiers vertelt dat Ilmen al één van de stukken van het artefact in handen heeft, haalt Lyra het betreffende stuk tevoorschijn en legt uit dat haar vader het bij haar moeder heeft achtergelaten en dat het na de verdwijning van haar moeder in haar bezit is gekomen.
Dara stelt voor dat de avonturiers zo snel mogelijk naar Originea terugkeren om de overige stukken van het artefact te vinden voordat Ilmen deze vindt. Zelf zal zij naar Pentara reizen om de hogepriesters van Boccob op de hoogte te brengen van het dreigende gevaar. Ze legt de avonturiers uit hoe ze de zegelring kunnen gebruiken om zich naar een leeg pakhuis in de haven van Libera, de grootste en machtigste handelsstad van Originea, te teleporteren. Alvorens hiertoe over te gaan, verplaatsen de avonturiers zich naar de oase om Umar ervan op de hoogte te brengen dat ze een manier hebben gevonden om van het eiland te ontsnappen.

XP
2,300 XP (575 XP per persoon)

Treasure
Masterwork studded leather armor
Amulet of natural armor +1
Masterwork longsword
Masterwork light crossbow
10 crossbow bolts
Potion of eagle’s splendor
Potion of tongues
3 potions of cure moderate wounds
Potion of fly
Wand of summon monster I (15 charges)

dinsdag 25 oktober 2011

Het eiland

Hierbij Mattias' interpretatie van de topografie van het eiland...

20 oktober 2011

Die nacht droomt Ludovic dat hij weer in de wieg ligt. Hongerig begint hij te huilen, maar wanneer zijn ouders aan de wieg verschijnen, lijken zij dwars door hem heen te kijken: zij horen hem wel, maar zien hem niet.

Dag 19 (dinsdag 8 april)

De volgende dag beklimmen de avonturiers de berg in het midden van het eiland. Ongeveer halverwege de klim zien zij hoe een havik wordt aangevallen door een adelaar. Lyra, die zich om onverklaarbare reden geroepen voelt om in te grijpen, wendt haar magie aan om de havik  hulp te bieden en met de adelaar af te rekenen. Daarna verbindt Ludovic de gewonde havik en neemt Lyra het dier onder haar hoede.
Ruim een uur later bereiken de avonturiers de top van de berg, die door een stenen toren wordt bekroond. Wanneer de avonturiers de grote ronde hal van de toren betreden, begint Calen door een witmarmeren standbeeld tot hen te spreken. Hij bedankt de avonturiers voor het verzamelen van de artefacten en vertelt hen dat ze naar hun eigen wereld kunnen terugkeren door op een rond mozaïek in het midden van de hal te gaan staan en het woord ‘arda’ (Elfs voor ‘aarde’) uit te spreken. Hij belooft de avonturiers dat hij hun vriend Umar achter hen aan zal sturen.
De avonturiers doen wat Calen zegt en bevinden zich het volgende moment in een donkere, ondergrondse ruimte. Het mozaïek onder hun voeten heeft plaatsgemaakt voor een eenvoudige cirkel, en tegen de muren om hen heen staan vier beelden van kleine duiveltjes. Op het moment dat Ludovic buiten de cirkel stapt om de beelden te onderzoeken, komen de beelden tot leven en gaan tot de aanval over. Al snel merken de avonturiers dat ze de beelden bijna geen schade kunnen toebrengen. Brocéliande gebruikt een toverstokje om aan één kant van de ruimte een geheime deur te ontdekken. Nadat ze de deur heeft weten te openen, vluchten de avonturiers de erachter gelegen gang in. De tot leven gekomen beelden volgen hen niet, maar keren terug naar hun plek.
De gang komt uit op een kleine, rechthoekige ruimte in het midden waarvan een lijkenbaar staat. Op de lijkenbaar is het lichaam van een vrouw uitgespreid, en na enig onderzoek komen de avonturiers erachter dat de vrouw een hogepriesteres van Boccob is. De vrouw is niet dood, maar gevangen in de tijd door een halsband die ze om haar nek draagt. Aan haar rechterhand draagt de vrouw een zilveren zegelring, die hetzelfde embleem draagt als het mozaïek in de hal.
Als Sturdle de ring om zijn vinger schuift en de ronde ruimte met de beelden betreedt, komen de beelden niet opnieuw tot leven. Sturdle maakt van de gelegenheid gebruik om de vier beelden stuk voor stuk aan brokken te slaan. Dan verzamelen de avonturiers zich in de cirkel en proberen ze verscheidene woorden hardop uit te spreken om deze te activeren. Bij het woord ‘ereth’ (Elfs voor ‘hemel’) staan ze terug in de grote hal van de toren. ‘Arda’ brengt hen terug naar de kerker, waar zij de priesteres van de lijkenbaar nemen en haar meenemen naar de hal.
De avonturiers verlaten de toren. Ludovic werpt zijn haak door een van de vensters op de eerste verdieping en Sturdle klimt langs het touw omhoog en door het venster. Nadat hij twee kamers (een badkamer en een slaapkamer) heeft verkend, komt hij in een kleine ronde hal. De vloer in het midden van de hal wordt gesierd door hetzelfde mozaïek als in de grote hal. Sturdle gaat op het mozaïek staan en roept ‘arda’, waarop hij weer in de grote hal staat. Dan roept hij de andere avonturiers erbij en samen verplaatsen zij zich naar de eerste verdieping. De overige twee kamers op deze verdieping blijken een keuken en een eetkamer te zijn.
Nu de avonturiers de werking van de ring en de cirkels helemaal doorhebben, verplaatsen zij zich naar de tweede verdieping van de toren door in het mozaïek plaats te nemen en het woord ‘ereth’ uit te spreken. In één van de grote ruimtes op deze verdieping, een ruimte die slaapkamer en woonkamer combineert, vinden zij een grote houten kist. Op het moment dat Sturdle zijn hand op de kist legt om deze te openen, groeien er twee armen uit de kist, die hem vastgrijpen. Na een moeizaam gevecht, waarin ook Ludovic door de ‘kist’ wordt vastgegrepen, weten de avonturiers het vreemde wezen uiteindelijk te doden.
De andere kamer op de tweede verdieping blijkt een ruimte met een groot zwembad. De avonturiers laten het links liggen en bespreken hun volgende stap. Sturdle drinkt een drankje dat hem onzichtbaar maakt en gebruikt dan het mozaïek om zich naar de derde verdieping van de toren te verplaatsen. Hij komt in een grote ruimte gevuld met boekenkasten. Recht voor hem staat een bureau, waarachter een half-elf de artefacten die de avonturiers hebben verzameld zit te bestuderen. Sturdle herkent de man onmiddellijk als de minstreel die de avond voor hij op het eiland terechtkwam optrad in de herberg waar hij verbleef. Achter de minstreel staat een grote klok, waarvan de rand van de wijzerplaat dezelfde vorm heeft als de halsband om de nek van de priesteres: een slang die in zijn eigen staart bijt.
Sturdle probeert de minstreel te besluipen, maar wordt opgemerkt, waarop ook de minstreel zichzelf onzichtbaar maakt en wegsluipt. Sturdle sprint naar de klok en slaat deze met een enkele slag van zijn hamer aan stukken. Dan snelt hij terug naar het mozaïek en keert terug naar de tweede verdieping.
De avonturiers besluiten de rest van de dag en de nacht in de toren te verblijven en het mozaïek op de tweede verdieping te bewaken voor het geval de minstreel probeert te ontsnappen of hen aanvalt.

XP
2,700 XP (675 XP per persoon)

Treasure
260 gp
Bottle of fine wine
Potion of invisibility

dinsdag 11 oktober 2011

Inkomsten en uitgaven

Omdat er de vorige keer enige verwarring bestond omtrent het geld dat binnen de groep in omloop is, heb ik even een berekening gemaakt van jullie inkomsten en uitgaven.

Het totaal aan geld en edelstenen dat jullie voor jullie ontmoeting met Umar in jullie bezit hadden (individueel startgeld niet meergerekend), was:

560 gp
80 pp
Rock chrystal (50 gp)
Amber (100 gp)
Black pearl (500 gp)

De totale waarde hiervan (uitgedrukt in gp) is 2,010 gp.

Van Umar hebben jullie het volgende gekocht:

Scroll of identify (125 gp)
Elixir of love (150 gp)
Quaal’s feather token (fan) (200 gp)
Screaming bolt (267 gp)
Potion of cure moderate wounds (300 gp)
Cloak of resistance +1 (1,000 gp)

De totale waarde hiervan (uitgedrukt in gp) is 2,042 gp.

Nu heb ik onthouden dat jullie overeenkomst met Umar 10 gp winst heeft opgeleverd. 2,010 - 2,042 + 10 = -22 gp, maar ik ga ervan uit dat dit tekort is opgevangen met een deel van het individuele startgeld.

Hetgeen jullie nadien nog hebben gevonden, is:

2,000 sp
2,196 gp
60 pp

Door die 22 gp die jullie zogezegd tekort hadden hiervan af te trekken en de rest te delen door 4, komen we dan op het totaalbedrag per persoon (individueel startgeld kan hier nog worden bijgeteld als dit wordt beschouwd als persoonlijk geld):

505 sp
543 gp
15 pp

6 oktober 2011

De avonturiers volgen de weg door de heuvelen en bereiken tegen valavond een kruising aan de voet van een rotsachtige heuvel. Bovenop de heuvel bevindt zich een versterkte vesting. In de hoop daar onderdak te vinden voor de nacht, beklimt Sturdle de heuvel, maar dreigende en gealarmeerde kreten doen hem naar zijn metgezellen terugkeren. Omdat Sturdle de taal waarin de wezens op de verdedigingswal spraken, niet heeft kunnen verstaan, besluiten de avonturiers samen nogmaals de vesting te benaderen. Lyra gebruikt een bezwering waarmee ze de wezens op de wal van op afstand kan aanspreken, maar het enige dat ze als respons krijgt is een verbijsterde en ietwat geïrriteerde kreet in een taal die ook zij niet begrijpt. Ze probeert de kreet op haar groepsgenoten over te brengen, en Brocéliande herkent de intonatie ervan als die van de taal der goblins. Vervolgens stapt Brocéliande naar voren en spreekt de goblins aan in hun eigen taal. De goblins zijn echter niet van plan om medewerking te verschaffen en gebieden de avonturiers om weg te gaan.
De avonturiers trekken zich terug en slaan in de buurt van de vesting hun kamp op. Om de goblins, die duidelijk niet vriendelijk gezind zijn, te misleiden, steekt Sturdle een vuur aan op enige afstand van het kamp.

Dag 17 (maandag 6 april)

De volgende ochtend lijkt er niemand in de buurt van het vuur te zijn geweest. De avonturiers besluiten de omgeving van de vesting verder te verkennen en volgen een weg die langs de voet van de heuvel naar een oude steengroeve aan de oostkant van de vesting blijkt te leiden. Een zestal goblins bewaakt te groeve, en zodra de avonturiers binnen hun bereik zijn, gaan zij tot de aanval over. De goblins blijken echter geen partij voor de avonturiers.
De avonturiers onderzoeken de steengroeve en vinden aan de westkant ervan de ingang van een tunnel. Omdat ze niet verrast willen worden, besluiten ze wat zich eventueel ook in de tunnel bevindt, uit te roken. Al snel komt er door de rook een grote, tweekoppige gestalte aanzetten: een ettin. Half verblind door de rook stapt de reus in het vuur dat de avonturiers voor de ingang van de tunnel hebben aangelegd, waarop hij vlamvat. Woest maait hij om zich heen. Brocéliande probeert met succes een van haar nieuwe bezweringen op de ettin uit: de reus barst in lachen uit en kan niets anders meer dan over de grond rollen van het lachen. De avonturiers maken gebruik van deze opening in zijn verdediging om de ettin te verwonden. Uiteindelijk is het het vuur dat de reus fataal wordt.
Nadat het vuur is gedoofd en de rook grotendeels uit de tunnel is verdwenen, wagen Ludovic en Brocéliande zich naar binnen. Even verderop gaat de tunnel over in een grote, min of meer ronde ruimte die naar uitwerpselen en rottend voedsel stinkt: het hol van de ettin. Daar vinden ze een grote, uitpuilende zak met goud. Benevens goud bevat de zak ook het vierde artefact: een stenen pentakel.
De avonturiers besluiten kamp op te slaan boven de ingang van de tunnel en daar de rest van de dag en de nacht te blijven, alvorens de tunnel verder te verkennen.

Dag 18 (dinsdag 7 april)

De avonturiers wagen zich opnieuw in de tunnel en volgen een smallere tunnel die vanuit het hol van de ettin dieper de heuvel in leidt. Deze komt uit in een cel in een kerker, waarvan de roestige traliedeur openstaat. In de kerker vinden de avonturiers enkele aanwijzingen dat hier lang geleden strijd is geleverd, en dat na afloop van de strijd alle gevangenen zijn bevrijd. De wapenrokken die de skeletten der gevangenisbewakers dragen, dragen het embleem van het koninkrijk Sardal in Originea, het rijk waar onder andere Ludovic en de moeder van Lyra vandaan komen.
Nieuwsgierig klimmen de avonturiers verdieping na verdieping hoger, totdat ze in een kleine ruimte komen met een trap die naar het daglicht leidt. In deze ruimte vinden ze het logboek van de fortoverste, waarin duidelijk wordt dat meer dan dertig jaar geleden piraten het fort hebben belegerd en de gevangenen hebben bevrijd.
Sturdle steekt zijn hoofd in het daglicht en ziet dat hij en zijn metgezellen zich nu binnen de verdedigingswallen van de vesting bevinden. Van het fort zelf is niet veel meer over, maar tegen de binnenkant van de omringende wal staan nog twee gebouwen overeind.
Met zijn allen stormen de avonturiers de trap op en maken zij de goblins op de binnenplaats, op de wal en in één van de gebouwen onschadelijk. Ook de goblin in het andere gebouw, die de leider van de bende blijkt te zijn, moet er even later samen met zijn worg aan geloven.
Niet lang na de overwinning ontvangen de avonturiers een bericht van Calen, waarin hij hen uitnodigt om de vier verzamelde artefacten naar de top van de berg in het midden van het eiland te brengen. Dezelfde dag nog vertrekken de avonturiers in die richting om halverwege halt te houden en hun kamp op te slaan voor de nacht.

XP
6,500 XP (1,625 XP per persoon)

Treasure
1,496 gp
3 flasks of acid
Masterwork warhammer
Masterwork studded leather armor (Small)
Masterwork buckler (Small)
Masterwork dagger (Small)
Masterwork composite shortbow (Small)
20 masterwork arrows
4 potions of cure light wounds
Potion of darkvision
Potion
50-ft. silk rope
Masterwork thieves’ tools