dinsdag 25 oktober 2011

20 oktober 2011

Die nacht droomt Ludovic dat hij weer in de wieg ligt. Hongerig begint hij te huilen, maar wanneer zijn ouders aan de wieg verschijnen, lijken zij dwars door hem heen te kijken: zij horen hem wel, maar zien hem niet.

Dag 19 (dinsdag 8 april)

De volgende dag beklimmen de avonturiers de berg in het midden van het eiland. Ongeveer halverwege de klim zien zij hoe een havik wordt aangevallen door een adelaar. Lyra, die zich om onverklaarbare reden geroepen voelt om in te grijpen, wendt haar magie aan om de havik  hulp te bieden en met de adelaar af te rekenen. Daarna verbindt Ludovic de gewonde havik en neemt Lyra het dier onder haar hoede.
Ruim een uur later bereiken de avonturiers de top van de berg, die door een stenen toren wordt bekroond. Wanneer de avonturiers de grote ronde hal van de toren betreden, begint Calen door een witmarmeren standbeeld tot hen te spreken. Hij bedankt de avonturiers voor het verzamelen van de artefacten en vertelt hen dat ze naar hun eigen wereld kunnen terugkeren door op een rond mozaïek in het midden van de hal te gaan staan en het woord ‘arda’ (Elfs voor ‘aarde’) uit te spreken. Hij belooft de avonturiers dat hij hun vriend Umar achter hen aan zal sturen.
De avonturiers doen wat Calen zegt en bevinden zich het volgende moment in een donkere, ondergrondse ruimte. Het mozaïek onder hun voeten heeft plaatsgemaakt voor een eenvoudige cirkel, en tegen de muren om hen heen staan vier beelden van kleine duiveltjes. Op het moment dat Ludovic buiten de cirkel stapt om de beelden te onderzoeken, komen de beelden tot leven en gaan tot de aanval over. Al snel merken de avonturiers dat ze de beelden bijna geen schade kunnen toebrengen. Brocéliande gebruikt een toverstokje om aan één kant van de ruimte een geheime deur te ontdekken. Nadat ze de deur heeft weten te openen, vluchten de avonturiers de erachter gelegen gang in. De tot leven gekomen beelden volgen hen niet, maar keren terug naar hun plek.
De gang komt uit op een kleine, rechthoekige ruimte in het midden waarvan een lijkenbaar staat. Op de lijkenbaar is het lichaam van een vrouw uitgespreid, en na enig onderzoek komen de avonturiers erachter dat de vrouw een hogepriesteres van Boccob is. De vrouw is niet dood, maar gevangen in de tijd door een halsband die ze om haar nek draagt. Aan haar rechterhand draagt de vrouw een zilveren zegelring, die hetzelfde embleem draagt als het mozaïek in de hal.
Als Sturdle de ring om zijn vinger schuift en de ronde ruimte met de beelden betreedt, komen de beelden niet opnieuw tot leven. Sturdle maakt van de gelegenheid gebruik om de vier beelden stuk voor stuk aan brokken te slaan. Dan verzamelen de avonturiers zich in de cirkel en proberen ze verscheidene woorden hardop uit te spreken om deze te activeren. Bij het woord ‘ereth’ (Elfs voor ‘hemel’) staan ze terug in de grote hal van de toren. ‘Arda’ brengt hen terug naar de kerker, waar zij de priesteres van de lijkenbaar nemen en haar meenemen naar de hal.
De avonturiers verlaten de toren. Ludovic werpt zijn haak door een van de vensters op de eerste verdieping en Sturdle klimt langs het touw omhoog en door het venster. Nadat hij twee kamers (een badkamer en een slaapkamer) heeft verkend, komt hij in een kleine ronde hal. De vloer in het midden van de hal wordt gesierd door hetzelfde mozaïek als in de grote hal. Sturdle gaat op het mozaïek staan en roept ‘arda’, waarop hij weer in de grote hal staat. Dan roept hij de andere avonturiers erbij en samen verplaatsen zij zich naar de eerste verdieping. De overige twee kamers op deze verdieping blijken een keuken en een eetkamer te zijn.
Nu de avonturiers de werking van de ring en de cirkels helemaal doorhebben, verplaatsen zij zich naar de tweede verdieping van de toren door in het mozaïek plaats te nemen en het woord ‘ereth’ uit te spreken. In één van de grote ruimtes op deze verdieping, een ruimte die slaapkamer en woonkamer combineert, vinden zij een grote houten kist. Op het moment dat Sturdle zijn hand op de kist legt om deze te openen, groeien er twee armen uit de kist, die hem vastgrijpen. Na een moeizaam gevecht, waarin ook Ludovic door de ‘kist’ wordt vastgegrepen, weten de avonturiers het vreemde wezen uiteindelijk te doden.
De andere kamer op de tweede verdieping blijkt een ruimte met een groot zwembad. De avonturiers laten het links liggen en bespreken hun volgende stap. Sturdle drinkt een drankje dat hem onzichtbaar maakt en gebruikt dan het mozaïek om zich naar de derde verdieping van de toren te verplaatsen. Hij komt in een grote ruimte gevuld met boekenkasten. Recht voor hem staat een bureau, waarachter een half-elf de artefacten die de avonturiers hebben verzameld zit te bestuderen. Sturdle herkent de man onmiddellijk als de minstreel die de avond voor hij op het eiland terechtkwam optrad in de herberg waar hij verbleef. Achter de minstreel staat een grote klok, waarvan de rand van de wijzerplaat dezelfde vorm heeft als de halsband om de nek van de priesteres: een slang die in zijn eigen staart bijt.
Sturdle probeert de minstreel te besluipen, maar wordt opgemerkt, waarop ook de minstreel zichzelf onzichtbaar maakt en wegsluipt. Sturdle sprint naar de klok en slaat deze met een enkele slag van zijn hamer aan stukken. Dan snelt hij terug naar het mozaïek en keert terug naar de tweede verdieping.
De avonturiers besluiten de rest van de dag en de nacht in de toren te verblijven en het mozaïek op de tweede verdieping te bewaken voor het geval de minstreel probeert te ontsnappen of hen aanvalt.

XP
2,700 XP (675 XP per persoon)

Treasure
260 gp
Bottle of fine wine
Potion of invisibility

Geen opmerkingen:

Een reactie posten