woensdag 22 augustus 2012

20 augustus 2012

Dag 34 (dinsdag 24 april)
 
De volgende ochtend worden de helden naar een kar gebracht waarvan een huif het zicht op de goederen ontneemt. Achteraan is handig een plekje vrij gehouden waar ze zich kunnen verbergen. Ludovic heeft wat moeite om met zijn harnas over de goederen heen te klauteren en een comfortabele houding te vinden. Sturdle daarentegen is met zijn kleinere gestalte veel beweeglijker, en heeft al gauw een vat met bier ontdekt. De dames maken het zich ook gemakkelijk en al gauw jaagt de boerenknecht vanop de bok het span aan. De reis naar het kasteel verloopt voorspoedig, behalve voor Ludovic, die moeite heeft met de kruik 'voor in noodgevallen'.
Maar de hobbelige rit is snel vergeten als ze de binnenplaats opdraaien. Als de kar tot stilstand komt en het zeil wordt weggetrokken, gebaart de knecht dat ze snel moeten uitstappen en wijst hij een kelderdeur aan waar ze binnen kunnen glippen. Sturdle is kennelijk wat verdwaasd van de reis en staat wat te drammelen, maar wordt snel onder de arm genomen. Lyra is als eerst bij de deur, en als ze die opent, voelt ze de koelte van het keldergat naar buiten stromen. Ze kan beter zien in het donker dan een gewoon mens, en weet nu dat dit een voorraadkelder is. Geen tijd voor versnaperingen, Sturdle!
De trap langs de binnenkant leidt naar de keuken, dat kan Sturdle met zijn fijnzinnige reukorgaan wel duidelijk ruiken. Veel beter dan de geur van worteltjes in de voorraadkelder! Lyra steekt voorzichtig haar hoofd door het valluik dat de keldertrap afsluit, en probeert een van de meiden die ze in de keuken aan het werk ziet te lokken. Maar het gerammel valt niet op in het heen en weer geloop van de keuken en ze besluit dan maar te voorschijn te komen. Met een smoes kan ze de hoofdkokkin tot bij de helden krijgen. Nadat die van haar schok bekomen is, kan ze de helden vertellen dat de graaf opgesloten zit in zijn eigen vertrekken op de tweede verdieping, maar die wordt bewaakt. Het gelijkvloers en de eerste verdieping zijn relatief veilig, behalve dan de centrale hal. Maar om helemaal op veilig te spelen, kunnen de helden misschien beter de dienstgangen gebruiken die de vele kamers met elkaar verbinden. Ook naar het lot van de dochter van de graaf wordt gevraagd, maar daarover kan de kokkin niet veel vertellen. Balderik, de dochter en een duistere persoon zijn plotsklaps verdwenen, en namen voor een week aan proviand mee. Niemand van de meiden weet waar ze nu zijn.
Sturdle is in een opperbeste bui, en neemt de dames op sleeptouw in zijn ontdekking doorheen het kasteel. Ze passeren de Grote Zaal, een salon, een werkkamer, en beginnen stillaan de opbouw van het kasteel te doorgronden. Sturdle vindt een perkament waarop de stamboom van Huis Bertram, de familie van de graaf, staat getekend, en deze familie blijkt al erg lang de plak te zwaaien in Ravensteen. Brocéliande zoekt actief mee naar geheime gangen, maar zonder succes. Ze mijden de centrale hal, want daar staan wachters. Ook de bibliotheek en de kunstgalerij kunnen niet bezocht worden uit schrik dat de wachters in de centale hal, die uitzicht heeft op een balustrade op de twee verdieping, hen zouden opmerken. Nadat de buurt verkent is, komen ze met een helder plan. Brocéliande kan zich onzichtbaar maken, en Ludovic spreekt een spreuk uit waardoor alle geluid rondom Brocéliande gedempt wordt. Ze kan niet meer zingen, maar ze maakt ook geen geluid meer. Ze rent in zeven haasten naar de tweede verdieping, ontwijkt de wachters die haar niet zien of horen, en vindt uiteindelijk de afgesloten dienstingang waarachter de rest van de groep verscholen zit. Van hieruit kan de deur gemakkelijk worden geopend, en de hele groep trekt verder op zoek naar de graaf. Langsheen de vertrekken van de gravin vinden ze hem eindelijk, gezeten in een mooie lederen zetel voor het haardvuur met zijn twee honden. Als Ludovic het woord neemt om hem te groeten en het goede nieuws van zijn redding te brengen, gebeurt er iets onverwachts.
De graaf beveelt zijn honden, die in werkelijkheid wolven blijken te zijn, om de helden op te peuzelen, en nog voor Ludovic het misverstand probeert uit te leggen ondergaat ook de graaf een transformatie tot wolf. Zwarte vacht springt vanonder zijn gewaad te voorschijn en zijn spiermassa lijkt te verdubbelen. Zijn ogen gloeien ziedend en het enige 'kledingstuk' dat zijn transformatie overleeft is een zwaar amulet rond zijn nek. Sturdle is van geen kleintje vervaart en snelt Ludovic ter hulp, Brocéliande heft een strijdlied aan en grijpt haar kruisboog. Lyra houdt zich gedeisd achter de mannen, en vuurt vandaar haar pijlen af. Geen gewone magische pijlen deze keer, maar pijlen gedrenkt in zuur! Na een korte maar intense strijd weet Sturdle de genadeklap te geven, en dodelijk gewond stort de graaf neer, terug in zijn menselijke gedaante. Ludovic stabiliseert de graaf zodat hij niet zou doodbloeden als er op de deur wordt gebonkt. De wachters in de gang hebben het gevecht gehoord, maar aarzelen om zomaar binnen te stormen. De helden proberen de wachters te overbluffen door de graag en zijn wolven na te bootsen, maar ze zijn niet overtuigend genoeg. Spreuken worden afgevuurd, schedels ingedeukt, en Broéeliande weet zelfs de kroonjuwelen van een hobgoblin te raken. Die valt dan ook, net als zijn collega's, spoedig neer, kermend van de pijn.
Nu de eerste verdieping lijkt opgekuist te zijn, gaan de helden op zoek naar aanwijzingen. Ze hadden helemaal niet verwacht dat de graaf in een weerwolf zou veranderen. Om hem toch te kunnen bevrijden, nemen ze zijn bewusteloze lichaam mee, terug naar de keuken. Lyra vindt zijn dagboek, maar ze heeft niet de tijd om hem volledig te lezen en
vliegt er snel even door, waarbij haar oog valt op een passage waarin de graaf beschrijft dat zijn dochter Lorena zal worden uitgehuwelijkt tegen haar wil. Om haar wil te breken, zal ze een zes dagen durend ritueel ondergaan. Dit schreef hij enkele dagen geleden, dus als de helden haar willen redden, zullen ze snel moeten zijn. Ze leren dat onder de
centrale hal een grafkelder moet liggen. Ze deponeren de naakte, bewustloze graaf bij de meiden in de keuken, waarvoor Ludovic zijn beste redenaarstalent moet boven halen om de meiden te overtuigen dat ze het goed menen.
Sturdle laat er echter geen gras over groeien. Nadat Ludovic hem extra spierkracht heeft gegeven, stampt hij de deur naar de centrale hal open. In geen tijd wordt de eerste wachter overmeesterd, en wederem weet Brocéliande enkele rake pijlen te schieten. Maar helaas, het waren ook haar laatsten, dus uit noodzaak trekt ze haar zwaard. Lyra heeft ook haar doelwit gevonden, drie zelfs. In een roterende beweging schiet ze haar magische pijlen af naar drie verschillende wachters. Eentje valt strijkdood, de andere wankelt nog maar net en de derde is ook goed geraakt. Ludovic en Sturdle ruimen de rest netjes op zonder al te veel moeite. Nu ze even uitblazen van het gevecht, kunnen ze de hal eens goed bekijken. Centraal op de vloer is een vierkant reliëf met het familiewapen en motto van de Bertram-bloedlijn, en de verbindingsgang tussen de hal en de Grote Zaal zijn versierd met de wapenschilden van de vier eerste graven van Schemerwolde, eveneens in reliëf. Helemaal uitgelaten betast Sturdle de schilden, en hij voelt dat die kunnen worden ingedrukt. Maar na de vierde springen ze terug, en een zwiepende val verwond Sturdle ernstig. Hier moeten de helden even niet sterk maar slim zijn, en ze buigen hun hoofden over het raadsel...

XP
7,900 XP (1,975 XP per persoon)

Treasure
500 gp
Cloth of gold vestments
Solid gold idol (10 lb.)
Potion of remove fear
Potion of resist electricity 10

Tekst: Mattias Dooreman

dinsdag 21 augustus 2012

In de hal van kasteel Ravensteen...

Op een grote, vierkante steen in het midden van de betegelde vloer van de inkomhal is in reliëf het familiewapen van Huis Bertram weergegeven. Onder het wapenschild is de spreuk van Huis Bertram gegraveerd:

Ons bloed getuigt van een oeroud verbond

De muren van de korte gang die van de inkomhal naar de dubbele deuren van de Grote Zaal leidt, zijn versierd met wapenschilden die de persoonlijke emblemen voeren van de vier eerste graven van Schemerwolde, eveneens in reliëf. Onder elk wapenschild is de naam, het geboortejaar en het sterfjaar van de graaf in kwestie weergegeven:

Alarik Othmar Bertram (148 – 212 ND)
Rambert Wigmar Bertram (180 – 225 ND)
Alarik Ludolf Bertram (199 –  256 ND)
Filibert Ferdinand Bertram (248  – 302 ND)