dinsdag 10 april 2012

22 maart 2012

Vermoeid en wel besluiten de avonturiers niettemin om meteen richting het kamp te trekken waar de resterende wagen moet staan, in de hoop daar ook hun paarden aan te treffen. Wanneer ze in de verte hun doel ontwaren, wordt het deel van de karavaan dat reeds gered is, op veilige afstand verborgen.
In de vallende schemering sluipen de vier voorzichtig naderbij. In de verte ontwaren ze een steengroeve, waar ook slaven tewerkgesteld worden.
Er wordt besloten tot een eerste plan van aanpak: verkenning. Brocéliande maakt zichzelf met een spreuk onzichtbaar en sluipt zo zachtjes mogelijk het kamp in. Wanneer ze een schuur ziet, probeert ze door een kier te gluren om te zien of daar een spoor van Sneeuw te vinden is. Ze krijgt helaas geen goed beeld, maar hoort wel paardengeluiden en put daar hoop uit. Veel verder komt ze niet voor een wachter verdachte geluiden hoort. Ze houdt zich muisstil tot hij weer wegloopt, en moet dan haastig het kamp verlaten voor haar spreuk is uitgewerkt.
Sturdle waagt een tweede poging. Hij slaat een onzichtbaarheidsdrankje achterover en laat zich ook nog een brouwsel toestoppen dat zijn sluipkunsten moet verbeteren. Aanvankelijk heeft hij inderdaad meer succes dan Brocéliande: in de schuur kan hij een grote, levenloze vorm ontwaren. Hij weet onopgemerkt te blijven, en besluit, daardoor aangemoedigd, om ook de nabij opgezette tenten nader te gaan inspecteren. Sturdle komt veilig in de buurt, en merkt op dat er voedsel wordt uitgedeeld, maar niets naar de schuur wordt gebracht: daar zitten allicht geen gevangenen opgesloten.
Wanneer hij om de tenten heen wil sluipen, struikelt hij plots. De wachter die zo-even al Brocéliande hoorde, is nu helemaal achterdochtig. Hij gaat op het geluid af en Sturdle moet uiteindelijk de vlucht nemen, maar maakt gebruik van een list: hij imiteert een huilende wolf. De wachter trapt erin en laat hem ontkomen.
Met de informatie die Brocéliande en Sturdle verzameld hebben, proberen de vrienden tot een vervolgplan te komen. Iedereen is het erover eens dat de wagen heroverd en de gevangenen bevrijd moeten worden, en Ludovic drukt erop dat dan tevens de andere slaven bevrijd kunnen worden.
Uiteindelijk komen ze tot de gedachte om nogmaals een list te hanteren: Lyra zal haar magie gebruiken om zichzelf te veranderen in een hobgoblin. Uit de wagens van de karavaan wordt een wapenrusting samengesteld die de indruk moet wekken dat ze een hooggeplaatste officier van Balderik is.
Wanneer dit plan met algemene goedkeuring is aangenomen, slaan ze een kamp op voor de nacht en nemen een welverdiende rust.

Dag 33 (maandag 23 april)

De volgende morgen wordt het plan in werking gezet. Hobgoblin-Lyra voert Ludovic mee, die geboeid is, en een zogezegd bewusteloze Sturdle over zijn schouder draagt. De twee poseren als haar gevangenen; op die manier kunnen ze haar bijstand verlenen, mocht het hele plan in duigen vallen.
Bij het kamp gekomen, weet Lyra de wachters met een arrogant air te overtuigen van het feit dat ze een bode van Balderik is met belangrijke bevelen: ze moet onmiddellijk alle slaven en de ontbrekende wagen tot bij hem in Ravensteen brengen. Het feit dat ze te voet gekomen is, wijt ze aan Ludovic en Sturdle: twee struikrovers die haar paard gedood hebben, maar die ze wist te overmeesteren.
De wachters geloven haar wel, maar voelen zich niet gekwalificeerd om haar met de gevangenen en de wagen te laten vertrekken. Ze verwijzen haar naar hun chef, die zich aan de overkant van de steengroeve moet bevinden. Het spant er even om wanneer een hobgoblin haar naar haar stam van herkomst vraagt. Hobgoblin-Lyra smoort alle vragen in de kiem onder het motto dat nu immers iedereen Balderik trouw heeft beloofd, en dat ze bovendien geen tijd heeft voor geklets.
Ze slaagt er niet in de wachters ervan te overtuigen dat ze de gevangen Ludovic en Sturdle best bij zich zou houden en ziet zich gedwongen de twee achter te laten. Ondanks Sturdle en Ludovic, die onopvallend tekens maken dat misschien beter voor het alternatieve plan (aka ‘sla zoveel mogelijk tegenstanders de schedel in voor ze beseffen wat hun overkomt’) kan worden overgegaan, besluit Lyra het er toch op te wagen.
Terwijl Lyra door de groeve loopt, herkent ze enige mannen onder de slaven, waaronder luitenant Wessel. Ze kan hen echter in haar huidige vorm niet laten merken dat ze hen te hulp komt. Bij de overkant aangekomen, treft ze een soort grot, die ze na enige aarzeling betreedt. In de grot treft ze niemand minder dan Bjorn, die de meestersmid en zijn gevolg aan het werk heeft gezet: ze moeten voor hem graven in de nabijheid van wat een reuzenskelet lijkt.
Lyra steekt nogmaals haar verhaal af, en voegt er in een vlaag van inspiratie aan toe dat Bjorn en zijn mannen worden geacht zich naar Steenbrug te begeven voor nieuwe orders. Bjorn laat zich echter niet zo makkelijk overtuigen, wanneer blijkt dat ze geen geschreven orders kan overleggen. Haar poging ook dit op de overval door struikrovers te schuiven, mislukt aanvankelijk. Wanneer ze zich echter zonder verpinken naar de uitgang begeeft met de belofte dat ze dan wel nieuwe orders haalt, en dat Bjorn degene zal zijn die dit tijdsverlies zal moeten bekopen, krijgt die toch de schrik te pakken. Hij drijft de dwergen naar buiten, en geeft zijn mannen de opdracht om Lyra’s bevelen uit te voeren.
Alles verloopt voorspoedig, maar dan komt Bjorn tot de conclusie dat het toch wel erg gevaarlijk zou zijn om dit hele konvooi slaven onder leiding van slechts één hobgoblin weg te sturen. Hij wil haar dus op zijn minst enkele van zijn mannen meegeven. Lyra ziet geen fatsoenlijke manier om dit af te wimpelen en dankt hem dus schijnheilig voor deze geste.
De kar wordt voorgereden en Ludovic en Studle worden erop gegooid. Lyra beseft ietwat laat dat de paarden helemaal vergeten zijn in dit plan, wanneer ze Bjorn op Donder ziet stijgen, terwijl hij zijn mannen verzamelt om richting Steenbrug te trekken. In extremis weet ze nog één paard – Sneeuw – los te krijgen als vervanging voor haar eigen rijdier dat door de struikrovers verloren is gegaan. De rest moet ze met spijt in het hart achterlaten.
De twee groepen zetten zich in tegenovergestelde richtingen in beweging, en wanneer ze ver genoeg van elkaar verwijderd zijn, geeft Lyra Ludovic en Sturdle een teken: ze verandert weer in zichzelf. De twee springen overeind en geholpen door een paar magische projectielen maken ze korte metten met de verbijsterde soldaten. De gevangenen hebben geen idee wat er gebeurt, maar de drie kunnen hen al snel geruststellen. Ze zetten koers naar de verborgen karavaan en treffen daar ook Brocéliande en Vito, die hen kunnen melden dat Bjorn en de rest van het detachement inderdaad allemaal richting Steenbrug zijn getrokken.
 Wessel is een en al dankbaarheid nu zijn kostbare karavaan in weer in veiligheid is. Nadat hij het relaas van de gebeurtenissen heeft gekregen van de avonturiers – die uiteraard het toonbeeld van bescheidenheid zijn met betrekking tot hun rol – doet hij op zijn beurt zijn verhaal. Tijdens zijn gevangenschap heeft Wessel kennisgemaakt met een soldaat van de graaf, die hem heeft verteld dat er een georganiseerd verzet bestaat tegen Balderik. Luitenant Wessel ziet onmiddellijk een juiste koers: met de wapens van de karavaan kan het verzet bijgestaan worden, zodat Sardal weer een stukje veiliger is.
Ludovic, als Sardaan, ziet wel wat in dit plan: de orde herstellen is voor een dienaar van St. Cuthbert een geknipte taak. Vito is er helemaal voor om Schemerwolde weer veilig voor reizigers te maken en Brocéliande kan het allemaal niet zoveel schelen, nu ze Sneeuw weer terug heeft gevonden (ze geeft Lyra amper de gelegenheid om vrijwillig afstand te doen van het rijdier). Sturdle en Lyra laten zich na enig tegenwerpingen ook overhalen.
De hele groep zet dus koers naar het hoofdkwartier van het verzet: een versterkte boerderij. Onderweg merken ze dat het heuvelachtige landschap steeds vlakker wordt, tot het alleen nog maar zacht glooit. Sturdle gaat intussen weer verbroederen met de dwergen, die de mond vol hebben over die schoft van een Bjorn. Wanneer Sturdle hoort dat de dwergen voor Bjorn aan het schatgraven waren, vormt hij het vaste plan de steengroeve ooit terug op te zoeken: wie weet wat er nog te vinden is. Hij weet Brocéliande zover te krijgen dat ze de plaats in kwestie nauwkeurig in haar geoefende geheugen opslaat.
Wanneer de gebouwen opdoemen, besluiten Ludovic, Lyra en Brocéliande om voor alle zekerheid op voorverkenning te gaan. Bij de poort van de omwalling worden ze te woord gestaan door een zekere Boris. Ludovic tracht hem zó omzichtig uit te horen dat Boris bijna weigert hen binnen te laten. Uiteindelijk weet hij toch de plooien weer glad te strijken, en Boris laat hen binnen voor een gesprek met zijn vader alsmede de leider van het verzet: Joris Vlasbaard.
Joris, die de karavaan met wapens uiteraard graag ziet komen, stelt hen nader op de hoogte van de situatie: Graaf Bertram en zijn dochter zijn gevangenen van Balderik, opgesloten in het grafelijke kasteel van Ravensteen. In het dorp Ravensteen heeft het verzet een informant en bondgenoot: de voormalige kapitein van de wacht, die heeft weten te ontglippen toen zijn mannen opgepakt en tot slaaf gemaakt werden.
Joris Vlasbaard zelf heeft Balderik ervan weten te overtuigen dat hij, als inner van taksen en tienden, vooral om zijn inkomsten denkt en zich niks aantrekt van wie er op het kasteel de lakens uitdeelt. Op die manier heeft hij het verzet een schitterend hoofdkwartier geschonken: de tiendenschuur biedt meer dan voldoende voorraden om het gedurende een lange tijd uit te zingen.
Daar hebben de avonturiers wel oren naar, en terwijl de karren van de karavaan worden leeggehaald, en vervolgens weer op pad gestuurd om een dwaalspoor te creëren, laten de vrienden zich een stevig maal welgevallen.
Terwijl ze eten, weet Joris hen tot medewerking te bewegen in een gewaagd plan dat enkel met hun hulp kan slagen. Hij wil hen het kasteel binnensmokkelen op een voedseltransport. Eenmaal binnen moeten ze hun kunde aanwenden om de graaf en diens dochter, die als gijzelaars worden vastgehouden, te bevrijden en via een geheime gang in veiligheid te brengen. Eens dat gebeurd is, staat niets Joris en zijn bondgenoten nog in de weg om een aanval op het kasteel te openen.
Sturdle en Ludovic voelen eigenlijk niet zo veel voor een geruisloze aftocht: liever willen ze, terwijl ze dan toch in het kasteel zijn, alvast zoveel mogelijk tegenstand de kop indrukken. Joris maant tot voorzichtigheid: het leven van de gijzelaars staat op het spel. Er worden wat wenkbrauwen gefronst over de graaf die kennelijk tot zo een loyaliteit weet te inspireren, maar schoorvoetend stemmen de twee in met dit concept. Wel besluiten ze om een stevig touw mee te nemen, dat eventueel nog dienst kan doen bij een onverwachte exit voor de één of ander…

XP
4,400 XP (1,100 XP per persoon)

Tekst: Petra Doom

woensdag 4 april 2012

What D&D Character Are You?

Ik weet zeker dat jullie deze bijna allemaal al een keer hebben gemaakt, maar ik kwam hem onlangs weer tegen en ben erg benieuwd wat er bij jullie uitkomt. Vul de test naar waarheid in en zet de uitkomst in een reactie...

What D&D Character Are You?